verliefdheid
De kracht van verliefdheid is, dat het de neurosen en de ingewikkeldheden van het ego tijdelijk -soms maandenlang- doet verdampen. Daardoor voel je een diep contact met je eigen hart, je eigen Zijn, je eigen thuishonk en van daaruit ontmoet je de ander, die dan helemaal niet meer voelt als een 'ander', want wat je tijdens de fase van verliefdheid met elkaar deelt is wat je gemeenschappelijk hebt, of beter gezegd: wat je gemeenschappelijk bent.
Het is een diepe herkenning, een gevoel dat je met elkaar versmelt, dat je één bent met elkaar, dat er geen afgescheidenheid meer is. Het voelt als thuiskomen. Dat besef is heel dominant aanwezig in de beginfase van een relatie. Het is letterlijk de afwezigheid van egobewustzijn, dat maakt het mogelijk dat je op een diep niveau met elkaar kunt verbinden. Maar het is onvermijdelijk dat de tendensen van de ego's op een gegeven moment weer oprijzen en de dienst gaan uitmaken en dat geeft altijd ingewikkeldheid en strijd. Met ego's kun je namelijk maar twee kanten op; ze willen iets of ze willen juist iets niet en dus wordt het dan moeilijk om elkaar op het niveau van het hart te ontmoeten, de ontmoetingen worden eerder hard met een d. Dan is het de kunst om heel alert te blijven, om je niet onbewust mee te laten sleuren in die ego-verharding, maar om open, kwetsbaar en zacht te blijven, iets waar het ego van gruwt.
Het ego gedijt veel beter als het zijn vuisten kan ballen, als het kan strijden voor het eigen gelijk, als het kan wijzen naar de ander als oorzaak van zijn of haar eigen kwetsbaarheid. Onder de hardheid zit altijd pijn. In relaties is het vaak de pijn van afwijzing, van niet gezien te worden, je niet veilig, geborgen en ondersteund te voelen, kortom: de pijn van niet geliefd te zijn. Het gaat allemaal om die enorme basale behoeften die je als klein kind had en waarin je volledig afhankelijk was van je ouders. Die ouderrol projecteren we later als we volwassen zijn nog steeds op meer of mindere mate op onze partners en daarom roepen romantische relaties vaak zulke heftige emoties op.
Het merendeel van al het gekissebis tussen liefdespartners zou je kunnen terugbrengen tot de diepe teleurstelling dat de wederhelft niet in staat blijkt om alle hoge verwachtingen die we van hem of haar hadden in te lossen. De partner zou zorg dragen voor al die dingen die aan de basis lijken te liggen van levensgeluk; liefde, veiligheid, compleetheid, geborgenheid.De ontnuchterende waarheid is, dat geen ander mens in staat is om te voldoen aan die verwachting, om de ander gelukkig en compleet te maken. Het is essentieel om dat tot ons door te laten dringen; levensgeluk is niet iets wat een ander jou kan geven. Als je in een relatie stapt met deze hoop, dan is een grote teleurstelling onvermijdelijk. Als je je partner aanziet voor de bron van je levensgeluk, dan krijg je een relatie die gebaseerd is op behoeftigheid en afhankelijkheid. Dat zal zich altijd gaan wreken. Als we inzien dat het geluk hier al is, in onszelf, onafhankelijk van anderen, dan is het niet zo dat je geen relatie meer zou hoeven hebben, maar je vertrekt vanuit een hele andere positie. De hongerigheid valt weg. De relatie is dan geen zoektocht meer naar compleetheid, maar eerder delen van de compleetheid die wederzijds wordt herkend.
Maar wees hierin niet al te streng voor jezelf. Ga nu niet van jezelf eisen dat je eerst in je eentje helemaal happy moet zijn en dat je pas daarna aan een relatie toe bent. Ga jezelf hierin geen dingen onthouden. Meet jezelf niet af aan spirituele ideaalplaatjes, creëer geen voorwaarden voor jezelf. Als je verliefd bent en de verliefdheid is wederzijds, spring er dan gewoon in. Dat doe je sowieso wel, want als je verliefd bent dan ben je niet meer te houden, daar is geen kruid tegen gewasse, maar doe het met bewustzijn, maak van de romance je sadhana, je spirituele oefening.
Het is niet zo dat eerst een proces door moet maken dat een einde maakt aan je behoeftigheid en dat je daarna pas rijp bent voor een volwassen relatie. Het proces voltrekt zich tijdens en in de relatie zelf! De relatie is het proces. Je relatie is de spiegel die jou confronteert, iedere keer dat je in patronen van afhankelijkheid en behoeftigheid schiet. Iedere keer dat je relatie spanningen, irritaties, ongenoegen, verwijten en negativiteit of andere onbehaaglijke gevoelens in je oproept, weet dan, dat dit de alarmbellen zijn die je erop attenderen dat er op dat moment een zeer grote kans is dat het ego bezit van je heeft genomen. En dan gaat het erom wakker te blijven, om niet in de gebruikelijke reactieve patronen te vervallen, zoals je ongenoegen te projecteren op de ander, maar om het primair bij jezelf te houden, om diep te kijken naar wat er werkelijk speelt.
De ongemakkelijke gevoelens wijzen vaak op onbewuste identificatie met het ego in je. Die gevoelens zijn niet je vijand, het zijn de hulptroepen. Behalve dat ze gevoeld willen worden willen ze je iets laten zien.
Erik van Zuydam